Op 7 juni keken we naar de behaalde resultaten en blikten we vooruit. Dat deden we tijdens de PACT II bijeenkomst, georganiseerd door SchuldenlabNL in samenwerking met ING. Minister Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) en ruim 150 gasten, zoals wethouders en bestuurders van publieke en private partijen zoals de Nederlandse Vereniging van Banken, ING, KNVB, Deloitte, VNO-NCW, de grote energiemaatschappijen, CAK, NVVK, Belastingdienst en Ministeries. En uiteraard De VoorzieningenWijzer en 7 andere schuldenhulpmethoden. Koningin Máxima, erevoorzitter van SchuldenlabNL, deed online mee.
‘SchuldenlabNL gaat niet om eigen projecten’, trapt Gerrit Zalm (voorzitter Stichting SchuldenlabNL) officieel het programma af. ‘Het gaat om het inzetten van bewezen, effectieve methoden en die, samen met private en publieke partijen, opschalen. De afgelopen twee jaar hard is er hard gewerkt aan opschaling. Vandaag ligt de focus op de impact. Hopelijk is die zo overtuigend dat nog meer partijen mee gaan doen.’
Steven van Rijswijk, CEO ING Group, onderstreept deze boodschap en benadrukt de noodzaak om te werken aan financiële duurzaamheid. ‘De helft van alle huishoudens in Europa heeft moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Een derde is niet in staat om onverwachte financiële tegenslagen op te vangen en 40% spaart niet voor een pensioen. Dit moeten we gezamenlijk oppakken, net als het klimaatprobleem. Door op te schalen, kunnen we met z’n allen grote stappen maken.’
De schuldhulpmethoden hebben niet alleen een positief effect op het leven van mensen met geldzorgen, maar ook op de maatschappelijke kosten die aan het schuldprobleem verbonden zijn. ING en Deloitte onderzochten, in opdracht van SchuldenlabNL, de financiële en maatschappelijke impact ervan. ‘Iedere methode grijpt op zijn eigen wijze in op de kosten die het hebben van schulden met zich meebrengt’, weet Menno ter Wal (Deloitte).
De conclusie die voortkomt uit de metingen: het werkt! De aanpak van de methoden blijkt effectief. Maar: hoe meer partijen meedoen, hoe groter de impact.
Martijn Boer van De VoorzieningenWijzer mocht vervolgens een pitch houden op het podium. Wat is zijn plan? Hij vertelt: “De Voorzieningenwijzer zorgt ervoor dat het sociaal vangnet werkt. Door de bestaande voorzieningen inzichtelijk te maken en te helpen bij het aanvragen. Dit voorkomt stress en schulden. Landelijke opschaling is nodig zodat we het netwerk met partners die landelijk werken, zoals banken, scholen en werkgevers kunnen aanhaken. Daarmee vergroten we ons bereik en kunnen we meer mensen zo vroeg mogelijk passende ondersteuning bieden.”
En dan is het woord aan Carola Schouten. De minister bekent dat ze zich een beetje schaamt: ‘Jullie zijn het systeem, waar ik verantwoordelijk voor ben en dat niet goed functioneert, aan het repareren.’ Ze ziet het als een appèl richting de politiek om anders naar schuldhulpvraagstuk te kijken. ‘Maar,’ voegt ze eraan toe, ‘dat kost tijd.’ In de tussentijd is het belangrijk om door te gaan met de initiatieven van SchuldenlabNL. Vooral preventie is daarbij belangrijk. Want hoe kan het dat jongeren van 18 jaar soms al 10.000 euro schuld hebben? Dat mensen 7 jaar onder bewindvoering staan?
‘We zijn er nog niet en ik heb u nodig,’ zegt de minister. ‘Pak ook het schaamtevraagstuk op. Het taboe moet doorbroken worden, anders komen we niet uit deze situatie.’ Mensen wachten nu veel te lang met het vragen om hulp, met alle gevolgen van dien. We hebben allemaal wel een keer hulp nodig gehad. Daar moeten we open over zijn, dan kunnen we het taboe eraf krijgen, denkt de minister. ‘Zo kunnen we mensen eerder helpen en hebben we alle methodes op een dag niet meer nodig.’
Het slotwoord komt van koningin Máxima. Zij benadrukt nog eens hoe belangrijk het is dat de mensen centraal gesteld worden. Maar het is ook nodig om het systeem te repareren. De urgentie is nog steeds groot. ‘We hebben 1.4 miljoen huishoudens met problematische schulden. 1.2 miljoen daarvan is niet bekend bij de schuldhulpverlening,’ vertelt de koningin. ‘We moeten alles op alles zetten om ook hen te bereiken.’ Het opschalen van goede schuldhulpmethoden heeft veel voordelen: ‘het scheelt geld, het scheelt mankracht en het scheelt tijd. Maar vooral helpt het mensen met schulden sneller en beter uit de zorgen.’
We hebben al veel vooruitgang geboekt, vindt de koningin. Inmiddels zijn er 8 schuldhulpmethoden die elkaar goed aanvullen. En er zijn op dit moment 148 gemeenten die twee of meer succesvolle methoden gebruiken. Dat is 43%! ‘’ Dat is belangrijk,’ benadrukt ze. ‘Het duurt gemiddeld 5 jaar voordat een huishouden met problematische schulden aanklopt voor hulp. Er zijn dan inmiddels 14 tot 15 schuldeisers en de gemiddelde schuld bedraagt 43.000 euro. Waarvan twee derde additionele kosten zijn. Hoe eerder we problemen signaleren, hoe beter.’
De koningin sluit af met een oproep: ‘Wat zou het mooi zijn als over anderhalf jaar alle gemeenten kennis hebben kunnen maken met alle succesvolle methodes en er twee of meer zijn gaan toepassen. Daarom vraag ik u: deel uw ervaringen met collega’s in het land. En maak hen enthousiast om zich ook aan te sluiten. We zijn goed op weg. Er is heel veel werk te doen. Maar als we elkaar steunen en van elkaar leren, kunnen we veel mensen helpen.’